Visvliet is een zogenaamd komdorp in de gemeente Westerkwartier en telt op 1 januari 2020 290 inwoners. De naam Visvliet komt van de visrijke vliet de Lauwers, waaraan het dorp Visvliet ligt. Sinds 1750 is de naam Visvliet op vele manieren geschreven: Visfleeth, Vischfleeth, Fliethuzum, Ffischvliedt, Visflet, Vissvlete, Visvlait, Vijffleyt, Vijsfleyt, Vijsvliet, Vijsvlyt, Vifsflit, Vifvliet, Vievvliet, Fischvlet, Fisvliet, Fyvlieth, Vischvleth, Wysfleet, Wysfleyt.

 

 

Lauwers als grens

 

Visvliet ligt aan de Groningse kant van de rivier de Lauwers. Aan de oostzijde van het dorp loopt het Visvlieterdiep, vroeger Besheersdiep genaamd. De Lauwers staat sinds de Slag aan de Boorne in 734, als Karel Martel de Friese hertog Poppo heeft verslagen, bekend als een grensrivier; eerst tussen de Frankische en Friese gebieden en later tussen Groningen en Friesland. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, heeft Visvliet dus nooit tot Friesland behoord. Alleen de heerlijke rechten zijn tussen 1578 tot 1637 in handen van de Staten van Friesland geweest.

 

 

Voorwerk, kerk en kerspel

 

Het stichtingsjaartal van het dorp Visvliet is onbekend. Waarschijnlijk is het dorp ergens in de 14e of begin 15e eeuw gesticht als voorwerk door monniken vanuit het klooster Jeruzalem van Gerkesklooster in Friesland. Over de begingeschiedenis is weinig met zekerheid te zeggen.

 

In 1427 is de huidige kerk van Visvliet 'maeckt' (gebouwd). Vroeger heeft men gedacht dat deze kerk een voorganger heeft gehad, maar tegenwoordig denkt men te weten dat de aan Gangulfus gewijde kerk waarover wordt gesproken in een oorkonde niet slaat op Visvliet maar op een verdwenen dorp in de IJzermieden, een gebied in Friesland. Rond de kerk van Visvliet is een kerspel ingesteld, waartoe ook het iets later de gestichte Pieterzijl heeft behoord en dat eigendom is geweest van het klooster Jeruzalem. De polder De Nie ten noorden van Visvliet wordt echter onderdeel van het kerspel Lutjegast, een situatie die tot 1884 in stand is gebleven. Mogelijk is er dus een overeenkomst geweest tussen Lutjegast, die ook het recht van opstrek heeft in het gebied, en het klooster over de verdeling van de goederen. Doordat het klooster de heerlijke rechten over het kerspel Visvliet krijgt, zijn er alleen pachters en geen eigengeërfden, zodat zich in Visvliet geen jonkers hebben ontwikkeld en dus zijn er ook geen borgen gebouwd.

 

 

Zijlen en Visvlieterdiep

 

Haventje dat werd aangelegd bij het uitgegraven van het Visvlieterdiep tussen 1911 en 1915. Auteur: Hardscarf, oktober 2020. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 Unported.

 

 

In de 14e of 15e eeuw zijn twee zijlen (sluizen) gelegd, namelijk in de Lauwers bij 'Bartoleshus', dat tegenwoordig gedacht wordt te hebben gelegen bij de Gerkesbrug (naar het klooster), die in 1416 voor het eerst wordt genoemd. Een tweede latere zijl (voor het eerst genoemd in 1508) verrijst aan de oostzijde in het Visvlieterdiep en krijgt eveneens een brug. De zijlen, waarvan men vermoedt dat de tweede zijl begin 15e eeuw ook al heeft bestaan, worden overbodig door de aanleg van de Pieterzijl rond 1440. De zijl bij Bartoleshus wordt gesloopt, maar de sluis in het Visvlieterdiep blijft nog lang bestaan. Over het onderhoud van de zijl, die is gelegen op de grens van de gebieden van het Gerkesklooster en Lutjegast, bestaan een aantal documenten. In 1512 wordt Lutjegast verantwoordelijk gesteld voor het onderhoud. In 1528 breekt de zijl door en wordt hersteld door inwoners van het Hilmahuis. Mogelijk is de zijl gesloopt bij de verlenging van het Hoendiep tussen 1654 en 1657, waardoor Lutjegast het Visvlieterdiep niet meer zo nodig heeft voor haar afwatering.

 

In 1672 wordt, mogelijk in verband met inundaties voor Bommen Berend, verzocht om een schutsluis, een verlaat, op de plek van de zijl te leggen, maar dit is niet doorgegaan. Lutjegast heeft verschillende malen gepoogd om de kosten voor het Visvlieterdiep niet alleen te hoeven betalen, waarvan onder andere uit 1558 een document resteert en waaruit waarschijnlijk de oude naam van het diep is ontstaan. Tussen 1755 en 1790 poogt Lutjegast nogmaals tevergeefs om niet volledig voor het beheer te hoeven betalen. 'Het beer' wordt 'besheer' (tot nu toe) door haar uitgevoerd en zij wil dat dit verandert.

 

Waarschijnlijk is dit 'besheer' later voor een eigennaam aangezien, waardoor het diep lange tijd Besheersdiep wordt genoemd. Na de aanleg van de nieuwe rijksweg Friesestraatweg in 1842 wordt de brug over het Visvlieterdiep in 1858 verwijderd. Daarna verzandt het diep door slecht onderhoud steeds verder, zodat het begin 20e eeuw onbevaarbaar is geworden. Omdat de scheepvaart hier ernstige hinder van heeft ondervonden wordt in 1911 het waterschap Besheersdiep opgericht dat het Visvlieterdiep weer bevaarbaar maakt, waarop het in 1915 weer wordt opgeheven. Het onderhoud is sindsdien in handen geweest van de gemeenten Grijpskerk (later Zuidhorn) en Grootegast.

 

     
Het wapen is van protestantse oorsprong uit de provincie Groningen. De Kenmerken: 1 in zilver vier groene, rood gevinde vissen, paals en faasgewijze geplaatst. 2 in goud eenwapen_visvliet goudgeknopte rode roos 3 over de snijlijn een golvende blauwe dwarsbalk. De noodzaak (in die tijd) om een wapen te hebben ontstond toen een zekere Meinderd Egbertsz van Visvliet, geboren omstreeks 1575 in de provincie Groningen, schipper en poorter van Vlissingen, op 19 juni 1597 aldaar trouwde met ene Leunken Rosa, geboren te Vlissingen als dochter van Louwijs Jansz en Mayken Theune. Zij was de dochter van de schout, van de schout te Vlissingen en haar vader had dus een zekere belangrijke positie aldaar (iets in de geest van wat nu commissaris van de politie zou heten). Meinard ontwierp daarom een wapen gebaseerd op zijn geboorteplaats, de vissen en de vliet (riviertje) spreken voor zich en de roos in het wapen komt van de tweede naam van zijn vrouw. Immers Leuken Rosa. Het oorspronkelijke familiewapen bevat voorts uiteraard nog een helmteken: een uitkomende vis van het schild met als dekkleden: zilver en rood.

 

Schieringers en Vetkopers

 

De streek rond Visvliet heeft in de 15e en 16e eeuw zwaar geleden onder de strijd tussen de Schieringers en Vetkopers. Hierover schrijft met name kroniekschrijver Sicke Benninghe. In 1498 trekt de Saksische ridder Nittert Fox (gesneuveld op 22 juli 1499 bij Folhol) met 4000 man over de Gerkesbrug de Ommelanden binnen en trekt al plunderend en brandstichtend op naar het Klooster van Aduard. Tijdens zijn tocht komen de Friezen in opstand tegen hem en richten een schans op bij de Bomsterzijl bij Niezijl, waar ze echter in 1499 worden verdreven door hertog Albrecht van Saksen (1433-1500) samen met graaf Edzard I van Oost-Friesland (1492-1528), die daarna de troepen legeren te Visvliet en Galilea.

 

In 1514 worden de Saksische troepen uit Aduard verdreven en houden zich daarop een tijdlang op in Langewold, waar ze onder andere de bevolking van Visvliet teisteren. In 1515 sluit Groningen een verbond met de Geldersen en dragen de Saksen Friesland over aan keizer Karel V, waarop de strijd zich tussen hen voortzet. In 1516 lijden de Geldersen een nederlaag bij Dokkum en vluchten terug naar Groningen, waarbij ze de Gerkesbrug onderweg vernielen. Het jaar erop trekken afgedankte Oost-Friese soldaten al plunderend door het Westerkwartier, om bij Gerkesbrug af te buigen naar het zuiden. In 1522 trekt een vendel van 300 Bourgondiërs over de Gerkesbrug naar de Ommelanden, om deze opnieuw te plunderen en brand te stichten. De bevolking vlucht daarbij naar de stad Groningen.

 

Nadat de Bourgondiërs zijn teruggekeerd naar Friesland, komen Gelderse troepen naar Visvliet om hen aan te vallen, maar tot een slag komt het niet. Wel blijven ze achter en plunderen een tijdlang de omgeving vanuit hun uitvalsbasis Visvliet. Ze leggen de bevolking een schatting op om hun achterstallige soldij toch te krijgen, alvorens ze na een paar dagen terugkeren naar Groningen. De Bourgondiërs eisen daarop dat de Ommelanders ontrouw moeten zijn aan de Gelderse hertog op straffe van brandstichting. Daartoe sturen ze onder andere een man uit Visvliet als bode naar de in Zuidhorn gelegerde Geldersen, die hem echter ophangen bij Aduard, waarna ze naar Gerkesklooster trekken. Of deze ellendige situatie voor de bevolking nog langer voortduurt, is onbekend, omdat Sicke Benninghe in zijn kroniek geen aandacht meer besteedt aan Groningen na 1523. Mogelijk hebben er dus nog meer plundertochten plaatsgevonden.

 

In 1536 wordt door Groningen de heerschappij van keizer Karel V aangenomen, waarmee de situatie normaliseert.

 

 

Latere geschiedenis

 

In 1578 wordt het kerspel Visvliet met de opheffing van het klooster Jeruzalem formeel eigendom van de Staten van Friesland. Na de Slag bij Visvliet in 1581, ook Slag bij Grijpskerk genoemd, tijdens de Tachtigjarige Oorlog worden de Spanjaarden verdreven uit Visvliet. De staten van Friesland stellen voortaan de grietmannen aan van Visvliet. Dit leidt in 1602 tot een conflict met Groningen, als het provinciebestuur van Friesland niet alleen een grietman benoemt, maar ook aanstelt. De provincie Groningen ziet het gebied als haar eigendom en wenst dus ook de grietmannen aan te stellen.

 

Als in 1637 zit het Friese provinciebestuur krap bij kas en wordt het kerspel Visvliet verkocht aan private eigenaren. In 1643 kopen de Ommelanden het gebied en stellen voortaan de grietmannen aan. In 1659 zitten pook zij krap bij kas en verkopen de grietenij in 24 aandelen, waarbij elk aandeel het recht op een jaar grietmanschap vertegenwoordigt. In de daaropvolgende 23 jaar gaat het recht over de andere 23 aandelen. De aandelen worden verkocht aan gefortuneerde jonkers, waarvan de heren van de Aykemaborg, bij Zeerijp en Nienoord, bij Leek, verschillende aandelen kopen. De jonkers voeren het grietmanschap zelf niet uit, maar stellen 'geconstitueerde grietmannen' aan, namelijk juristen uit Groningen, die vaak bij wisseling van aandeel blijven zitten als grietman. De grietman zetelt in een grietmanshuis. Een dergelijk huis wordt in 1766 herbouwd in Visvliet, waarbij onduidelijk is of het hier gaat om een grietmanshuis in de dorpsherberg of andersom.

 

Bij de grondvergaderingen van 1795 blijft het kerspel/grieternij intact, maar bij de instelling van de plaatselijke besturen in 1798 wordt Grijpskerk aangewezen als bestuursplaats voor de kerspelen Visvliet, Grijpskerk en Niezijl. In 1808 wordt het kerspel ingedeeld bij de nieuw geformeerde gemeente Noordhorn, waarin ook Grijpskerk, Niezijl en Zuidhorn worden geplaatst. In 1811 wordt het dorp ten slotte onderdeel van de nieuw geformeerde gemeente Grijpskerk, waar voortaan de burgemeester, eerst maire genoemd en later schout, zetelt. In 1990 wordt Grijpskerk bestuurlijk gefuseerd tot de gemeente Zuidhorn. Het grietmanshuis is in de winter van 1934 helaas afgebroken.

 

 

Zeehaven

 

Lange tijd is Visvliet een zeehaven en drukke handelsplaats geweest. In de 16e eeuw behoort het volgens kroniekschrijver Abel Eppens tot de volkrijke dorpen van de provincie. De Tegenwoordige Staat vermeldt het in 1794 als een zeer aanzienlijk dorp met een eigen jaarmarkt. Nadat door de stad Groningen met de Ommelanden het stapelrecht is overeengekomen, wordt in 1559 een douanepost ingesteld, waar goederen voor Friesland worden gecontroleerd op de aanwezigheid van vergunningen en waar tol moet worden betaald. Deze blijft bestaan tot 1795.

In de tweede helft van de 19e eeuw neemt het aantal inwoners af en in de 20e eeuw ook de voorzieningen. Van de negen winkeltjes zijn in de jaren 1950 nog 6 overgebleven en eind jaren 1970 resteert nog slechts de winkel van kruidenier Lammert Halbe de Wind. Deze kruidenierszaak start in 1887 en wordt in 1959 overgenomen door Lammert Halbe, die de winkel samen met zijn vrouw gedurende 52 jaar heeft gerund tot hij in 2011 uiteindelijk zijn deuren sluit. In Visvliet zijn nu alleen nog een herberg, Het Koetshuis genoemd en een hotel, De Auberge, alsmede een camping met de naam De Lauwers.

 

 

Wegverbinding

 

In 1842 krijgt de plaats een wegverbinding met Grijpskerk via de Friesestraatweg, die dwars door het dorp loopt. In 1966 wordt het tracé van deze N355 om het dorp heen geleid. Later wordt de N355 ter plaatse uitgebreid tot een heuse tweebaansweg met twee keer twee en met vluchtstroken in voorbereiding op een nooit aangelegde snelweg. Het is een favoriete plek voor snelheidscontroles, aangezien de maximumsnelheid 80 km/uur is gebleven. In 2006 wordt de entree van het dorp aangepast en wordt de tweebaansweg weer een enkelbaans weg.

 

 

Gereformeerde kerk van Visvliet. Auteur: Hardscarf, november 2010. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 Unported license.

Kerken

 

De eerste kerk van Visvliet is de katholieke kerk gewijd aan Gangulfus, die in 1580 in hervormde handen overgaat en sinds 1973 eigendom vormt van de Stichting Oude Groninger Kerken. Na een teruglopend ledenaantal gaat de hervormde kerkgemeente in 1955 samen met die te Grijpskerk. Het gebouw wordt soms nog gebruikt door haar opvolger, de protestantse PKN-gemeente 'Grijpskerk en omstreken'.

 

Tussen 1643 en 1644 komt een doopsgezinde huisgemeente samen in Visvliet, waarna het huis door toedoen van de hervormden op last van de staten van Groningen wordt vernield. Nieuwe pogingen leiden in 1648 tot protest vanuit de hervormde classis Groningen en in 1661 tot een verbod op straffe van een boete. Drie jaar later verrijst echter toch een vermaning, maar dan in Pieterzijl. Na de Afscheiding komen de Visvlieter gereformeerden vanaf 1835 samen in Burum, maar hun aantal wordt in de loop der tijd zo groot dat men begint te denken aan het stichten van een eigen kerk.

 

In 1932 wordt de openbare school van Visvliet opgeheven en het jaar erop betrekken de gereformeerden van Visvliet dit voormalige schoolgebouw. In 1936 wordt het verbouwd en krijgt het haar huidige aanzien. In 1960 wordt het gebouw opnieuw aangepast voor de plaatsing van een orgel uit de voormalige hervormde evangelisatie van Buitenpost in Friesland. Dan wordt ook een consistorie aangebouwd. De gereformeerde kerk is wel aangesloten bij de PKN, maar niet bij de PKN-gemeente Grijpskerk en omstreken.

 

De hervormden hebben een grote pastorie aan de Stationsweg naast de kerk. Dit pand is begin 20e eeuw zo bouwvallig geworden dat het later afgebrande herenhuis tegenover de pastorie wordt gebruikt. In 1911 wordt op de plek van de oude pastorie een nieuwe gebouwd, die tot de opheffing van de kerkgemeente in 1955 in gebruik is geweest. De gereformeerden hebben ook een eigen pastorie, die eveneens niet meer in gebruik is.

 

Heirweg met linksachter hotel De Auberge en rechtsachter de bosschages rond de hervormde kerk. Auteur: Hardscarf, oktober 2010. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 Unported license.

 

 

 

Scholen

 

Het begin van de scholing in het dorp ligt waarschijnlijk in het besluit van de Synode van Dordrecht in 1618, waarin wordt opgeroepen tot scholing van de kinderen, met name catechese. De eerste vermelding over het schoolleven dateert uit 1620 als de zichzelf meester noemende Johannes Ludgerus, zonder vakdiploma, zich, na verjaagd te zijn uit Niezijl en Obergum, vestigt in Visvliet en de lokale schoolmeester Nicolaes van Delen daartegen bezwaar maakt. Lange tijd vindt het onderwijs plaats in de kerk van Visvliet onder de toren. De schoolbanken worden pas in 1900 verwijderd. In 1857 wordt de school verplaatst naar een nieuw gebouw aan de Heirweg 36. Na de schoolstrijd wordt echter in 1906 een gereformeerde School met de Bijbel gebouwd aan de Heirweg 37. Daarvoor gaan de gereformeerde kinderen naar Burum, waardoor de openbare school wegens gebrek aan kinderen in 1932 op de fles gaat. De gereformeerde school krijgt de 8 resterende leerlingen.

 

In 1956 verhuist de school naar de Bartolesstraat. Naar deze christelijke basisschool gaan sinds 1983 ook de kinderen van Pieterzijl. Het oude christelijke schoolgebouw wordt later omgebouwd tot dorpshuis 'Ons Centrum', maar deze verhuist later ook naar het nieuwe christelijke schoolgebouw en heet nu 'Bartoleshûs'. Ook is er een tijdlang een postkantoor gevestigd, voordat dit wordt opgeheven in het dorp. De christelijke basisschool wordt anno 2012 met opheffen bedreigd doordat de overkoepelende scholenstichting Penta Primair heeft besloten om een minimum van 80 leerlingen te hanteren en het leerlingenaantal de laatste jaren is teruggelopen tot ruim 30. Omdat dit aantal boven de landelijke sluitingsnorm van 23 leerlingen ligt, wordt de school in juni 2012 uit protest bezet door een aantal ouders van kinderen. Uiteindelijk gaat de school in juli 2013 fuseren met de Christelijke Basisschool De Borgstee in Grijpskerk.

 

 

Molens

 

 

De Hilmahuistermolen bij Visvliet. Auteur: Brimz. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 Unported, 2.5 Generic, 2.0 Generic and 1.0 Generic license.

Hilmahuistermolen

 

Visvliet heeft in de loop der tijd verschillende molens gehad. De eerste vermelding van een molen is het bekende jaartal 1628, als de staten van Stad en Lande een lijst met molens opstellen, waarvoor een chercher [1] wordt aangesteld en een sarrieshut wordt gebouwd. Bij de met het besluit ingestelde sanering van het molenbestand wordt ook de bestaande roggemolen van Visvliet aangemerkt voor sloop, maar onder druk wordt Visvliet later uitgesloten van dit besluit. Deze molen en latere opvolgers hebben ongetwijfeld allemaal op hetzelfde perceel aan de Molenlaan in het oosten van Visvliet gestaan. In 1778 brandt de molen af en wordt na verkoop van het perceel in 1781 herbouwd en uitgebreid met een bakkerij. In 1805 wordt besloten tot herbouw van de sarrieshut. Na 1810 vervalt de functie van woning voor de chercher en is het pand verkocht. Het huidige pand heeft muurankers met het jaartal 1874, het is dan ook ingrijpend verbouwd. Het huis bestaat nog steeds, al is er van de oude sarrieshut alleen nog de gevelsteen met het wapen van de provincie Groningen aanwezig. De bijbehorende tekst Sauveguarde ontbreekt echter. In 1854 is de molen herbouwd. Later die eeuw is deze in gebruik als koren- en pelmolen. In 1901 brandt de molen af en is het jaar erop herbouwd met gebruik making van materiaal van de vroegere molen De Windhond. Deze oliemolen heeft daarvoor van 1836 tot 1901 aan het Kieldiep bij Hoogezand gestaan. Als rond 1915 is deze laatste Visvlieter korenmolen afgebroken.

 

 

Poldermolens

 

Rondom Visvliet hebbenn verschillende poldermolens (watermolens) gestaan. De oudst bekende is in 1847 gebouwd als houten spinnenkop aan het Visvlieterdiep ten zuiden van het dorp ter bemaling van de kleine Polder van K.H. Meyer (ca. 3 hectare), vernoemd naar molenaar Meyer. Deze polder wordt in 1871 samengevoegd met andere poldertjes tot de polder de Oude Leij (193 hecater), vernoemd naar het stroompje de Oude Leij, die ten zuiden van Visvliet in het Visvlieterdiep stroomt. Een andere houten spinnenkop heeft in de Ellersvelder Molenpolder (ca. 35 hectare) gestaan en verdwijnt eveneens door opname in de Polder de Oude Leij. Een derde watermolen is een bovenkruier die ten westen van het Visvlieterdiep in de Visvlieterpolder, (300 of 1000 meter heeft gestaan, volgens verschillende bronnen ten zuiden van het dorp. Van deze molen is niet veel meer bekend dan dat deze vermoedelijk in 1862 is afgebroken. Na de totstandkoming van de Polder de Oude Leij wordt in 1872 een poldermolen gebouwd aan noordzijde van de instroom van De Oude Leij in het Visvlieterdiep. Deze houten molen met rieten bovenwerk brandt in 1924 af en wordt dan vervangen door een gemaal. Ver ten zuiden van Visvliet, ten noorden van de spoorlijn, is in 1868 de nog bestaande Hilmahuistermolen gebouwd ter bemaling van de dat jaar opgerichte Hilmahuister Molenpolder. Deze is in 1950 hersteld en krijgt in 1958 een dieselmotor voor bemaling bij windstilte. Na aanhoudende problemen en een storm is in 1972 besloten tot restauratie, waarna de molen in 1978 weer is geopend. In 2004 is de dieselmotor verwijderd en in 2005 en 2010 wordt de molen opgeknapt.

 

 

Kalkbranderij, steenfabriek en andere gebouwen

 

In de 19e eeuw (genoemd vóór 1809) is er een kalkbranderij geweest in Visvliet met twee kalkovens. Ergens in de 19e eeuw is ook de steenfabriek 'De Hoop' gebouwd bij Visvliet. Deze komt voor vanaf 1862 en staat dan bij de Balkstreek. Naast stenen worden er ook dakpannen, o.a. de dikke 'Visvlaaiters', en buizen gemaakt. De fabriek betrekt haar klei van de overzijde van de Lauwers en vervoert deze eerst per hondenkar en later met een speciaal daarvoor aangelegd spoorlijntje naar de oever, waarna het per praam naar de overzijde wordt gebracht. In 1919 is de fabriek op afbraak verkocht en zijn de 20 werknemers ontslagen. Waarschijnlijk ergens in de jaren 1960 wordt Camping Lauwersland geopend op de plek van de oude steenfabriek.

 

Aan de Eise Eisingastraat staat op nummer 21-23 een waarschijnlijk voormalige boerderij uit 1806. Net buiten het dorp staan aan de Heirweg op de nummers 5 en 12 twee in eclectische stijl opgetrokken 19e-eeuwse rentenierswoningen.

 

In het dorp is voor de Tweede Wereldoorlog een klein bibliotheekje gesticht in het schoolgebouw van de School met de Bijbel. In 1982 wordt deze wisselbibliotheek verplaatst naar het consistoriekamertje van de oude hervormde kerk. Het vormt lange tijd het kleinste bibliotheekje van de provincie Groningen en met die van Kolham de laatste overgebleven wisselbibliotheken van de provincie. In 2017 is de bibliotheek echter toch gesloten.

 

Station Visvliet is een spoorwegstation aan de spoorlijn Harlingen - Nieuwe Schans geweest. Het is een eenzaam in het landschap gelegen en relatief groot station, waar weinig gebruik van is gemaakt.

 

Bron: Stationsweb.nl.

Het station van Visvliet in 1965. Auteur: Wytze Bijbenga. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 Netherlands Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 Netherlands.

 

Spoorweg en station

 

Het station heeft ongeveer een kilometer ten zuiden van het dorp gelegen, op het grondgebied van de gemeente Grootegast. In 1891 wordt er een stationsgebouw gebouwd van het Standaardtype Visvliet, dat is voltooid in 1892. Kort daarna wordt waarschijnlijk het stationskoffiehuis van G. Siderius aan de noordzijde van het station gebouwd.

In de jaren 70 en 80 stopt er per richting nog slechts één trein in de twee uur. Het is dan het enige Nederlandse station dat in de reguliere dienst minder dan een uurdienst heeft.

 

Tijdens de barre winter van 1979 komt door een zware sneeuwstorm, gecombineerd met langdurige driftsneeuw, op 14 februari een trein vast te zitten in de metershoge sneeuwduinen bij station Visvliet, waarop er soldaten aan te pas moeten komen om de treinen (hun eigen trein is ook vast komen te zitten) uit te graven.

 

Het station en de schrijver Bob den Uyl, die een essay heeft geschreven over treinreizen, met als titel 'Visvliet bestaat namelijk niet', is te zien in de documentaire uit 1979, getiteld: 'Op zoek naar literatuur Aan de Rand van Nederland' van Theo Uittenbogaard.

 

Vier jaar later, in 1983, wordt het stationsgebouw onverhoeds afgebroken. De uitgever van het boek 'Het reizen vereist sterke zenuwen' (2004) van Bob den Uyl gebruikt een foto van het station als omslagillustratie, omdat Den Uyl (1930-1992) het een 'schande' en 'een groot verlies voor de Nederlandse cultuur' heeft gevonden dat het prachtige stationsgebouw gesloopt is en vervangen is door een simpel bushokje.

 

In 1988 nog is het station gebruikt als decor in de Nederlandse film 'Periodes met Zon' (1989), waartoe 700 mensen naar het station worden gebracht om er te figureren.

 

Op 2 juni 1991 is de halte Visvliet gesloten om in de dienstregeling ruimte te maken voor de bediening van het nieuwe station Leeuwarden - Camminghaburen. Nog enkele jaren na de sluiting van de halte heeft het perron er als stille getuige gelegen, maar dat is verdwenen bij de spoorverdubbeling in 1996-1998.

 

 

Het doek valt....

 

Anne Koop schrijft op 21 januari 2005 in het Nieuwsblad van het Noorden het volgende over het station:

 

Doek valt voor station Visvliet (NVHN) VISVLIET
"Een kleine stenen eiland tussen de koolzaadvelden, akkers en weilanden. Dat is station Visvliet. Vrijdagmiddag drie uur, behalve op de stationsklok, die staat al tijden stil op (?) uur. Het is er koud en winderig. Op het geloei van de wind en gekwaak van kikkers na, is het stil. Het is die verlatenheid die de Nederlandse Spoorwegen heeft doen besluiten het kleinste stationnetje van Nederland, ruim twee kilometer van het dorp waaraan het zijn naam dankt, op te heffen. Het was niet langer de moeite waard om nog te stoppen voor de veertig reizigers uit Visvliet en omgeving, die dagelijks van de trein gebruik maken. Velen zullen zich er ongetwijfeld het hoofd over hebben gebroken. Wat heeft de (toen nog) Staatsspoorwegen ooit bezield hier een station neer te zetten? Toen de lijn Groningen-Leeuwarden op 30 mei 1866 feestelijk werd geopend, was er niet eens een station Visvliet. Pas in 1891, dertig jaar later, kwam er alsnog een halteplaats bij Visvliet. Wat daarvoor de reden was, is nooit bekend geworden. Vermoedelijk had het te maken met het toenmalige beleid zoveel mogelijk halteplaatsen aan een spoorlijn te hebben. Curieus was ook de naam Visvliet omdat het gebouw werd neergezet op het grondgebied van de gemeente Grootegast. Het hoge witte stationsgebouw, eveneens daterend uit 1891, heeft het honderdjarig bestaan niet meer kunnen vieren. In 1983 viel het ten prooi aan de slopershamer, daarbij geholpen door de dorpsjeugd van Visvliet. Met buldozers werd een einde gemaakt aan de laatste oorspronkelijke stationsgebouw van de lijn Groningen-Leeuwarden".

 

 

 

Noten en Bronnen:

 

1. Een sarrieshut is de woning van een ambtenaar, aangesteld door de Staten van de provincie Groningen (Stad en Lande). Officieel wordt deze woning omschreven als cherchershuis of cherchershut en de ambtenaar heeft de titel van chercher. Het woord chercher is afgeleid van het Oudfranse woord sarchier, dat belasten betekent.
2. Nieuwsblad van het Noorden, 21 januari 2005.
3. Stationsweb.nl.
4. Website Vlisviet.com.

 

 


Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl.
Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed.
Desondanks kunnen er best fouten voorkomen.
Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen...
geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres.
Laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek.
Hoogeveen, 16 oktober 2020.
Samenstelling: © Harm Hillinga
.
Menu Artikelen.
Terug naar de HomePage.
Top